Wie op internet zoekt naar informatie over de Flatcoated Retriever komt veel tegen dat het om intelligente, levendige, enthousiaste, vriendelijke jachthonden gaat. Door de bank genomen klopt dat wel, want toen men rond 1860 begon met ‘retrievers’ te fokken, werden alleen honden geselecteerd die geschikt waren voor het apporteren van geschoten wild – met name grouse (ruigpoothoenders) – tijdens de grootscheepse shooting parties die door de Engelse adel en gentry werden georganiseerd in de tweede helft van de 19e en begin 20ste eeuw.
- Omdat men rond 1880 bij de opbouw van het ras – met behulp van inteelt, lijnteelt en later een gesloten stamboek – eigenschappen die voor dit type jacht noodzakelijk waren, genetisch probeerde te verankeren, hebben de meeste Flatcoats nog steeds een aantal specifieke ‘rastypische’ eigenschappen.- – Flatcoats worden niet snel bang van harde knallen zoals
vuurwerk.
– Ze zijn niet bang voor water of vies van een nat pak.
– Ze spelen en werken graag en veel samen met mensen, óók
met vreemden.
– Ze zijn niet erg competitief ingesteld en vaak bovengemiddeld verdraagzaam.
– Ze vinden het meestal leuk om dingen op te pakken en ermee rond te lopen.
Binnen het ras komen er echter grote individuele persoonlijkheidsverschillen voor. Er zijn drukke en rustige, onzekere en zekere, overgevoelige en stoere, goed trainbare en minder goed trainbare Flatcoats. Doordat de laatste twintig jaar niet meer wordt geselecteerd op natuurlijke geschiktheid voor de praktijkjacht en Flatcoats vooral gezelschapshonden zijn geworden, kunnen Flatcoats trekjes hebben die niet in het gangbare verwachtingspatroon van een allemansvriendelijke, stabiele retriever passen.
Net als bij alle rashonden komen ook bij de Flatcoat erfelijke gezondheidsproblemen voor die nu eenmaal inherent zijn aan het fokken met een gesloten stamboek waardoor honden relatief nauw verwant zijn en blijven. Doordat bovendien steeds met een zeer klein deel (zo’n 3-5%) van de totale populatie wordt gefokt, wordt de kans op gezondheidsproblemen steeds groter; ook bij bonafide fokkers die zorgvuldig de ouderdieren selecteren en hun honden laten controleren op allerlei erfelijke ziektes. Het zijn overigens niet alleen sluipende erfelijke afwijkingen die de gezondheid van je hond kunnen ondermijnen: door de hoge graad van verwantschap wordt ook het immuunsysteem ondermijnd, waardoor de honden gevoeliger kunnen zijn voor ziektes en niet-erfelijke vormen van kanker.
Er zijn nogal wat ernstige aandoeningen die bij de Flatcoat relatief vaak voorkomen. Goede algemene informatie hierover (en meer!) vind je bij het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren LICG. Toch is het niet vaak zo dat je met een Flatcoat voortdurend bij de dierenarts zit of dat je hond door gezondheidsproblemen een slechte kwaliteit van leven heeft. Veel van de aandoeningen zijn operabel of goed te behandelen. Dierenartskosten kunnen dus wel eens behoorlijk oplopen! De dramatisch snel verlopende vormen van kanker die het ras bovenmatig vaak treffen, openbaren zich meestal pas op latere leeftijd, tussen de 8 en 10 jaar. Dat betekent dat de hond meestal tot die tijd vele jaren gezond en blij rondloopt. Er zijn echter maar relatief weinig Flatcoats die ouder worden dan 11 of 12 jaar. Echt oud is dat niet en het is hoe dan ook altijd veel te vroeg.
Om een pup te vinden waarvan het karakter bij je past en die bovendien redelijk probleemloos en gezond door het leven gaat, moet je dus een flinke portie geluk hebben. Maar je kunt ook meer doen: zoveel mogelijk controleerbare informatie inwinnen; bij fokkers, bij rasverenigingen, op tentoonstellingen en bij jachtevenementen en -wedstrijden. Ga kijken en gebruik je ogen, je gevoel en je verstand. Bedenk dat ook eerlijke fokkers vaak een wat rooskleurig beeld van hun honden geven; ze zijn nu eenmaal gek op hun eigen honden.
Vraag daarom zwart op wit:
- uitslagen van gezondheidsonderzoeken, exterieurkeuringen en jachtdiploma’s van de ouderdieren.
- de goedkeuring van een fokplan door de rasvereniging.
- de verwantschapsgraad tussen de ouderdieren
- de stambomen van minimaal de ouders, grootouders en overgrootouders.
- een koopcontract, waarin geregeld wordt wat te doen bij erfelijke gebreken.
- Probeer uit te zoeken:
- Hoe oud voorouders zijn geworden en waaraan ze zijn overleden.
- Of nestgenoten en ouders van de ouderdieren gezond en in leven zijn.
- Of de ouderdieren in alle opzichten gezond zijn en geen gedrags- of gezondheidsproblemen hebben.
Zorg ervoor dat je de ouderdieren een paar keer ziet, niet alleen in huis maar ook buiten bij een wandeling. Ga bij meerdere fokkers kijken en bepaal bij welk type honden (en fokker) je je prettig voelt. Je deelt immers jarenlang je dagelijks leven met je hond! Let er ook op dat je de ouderdieren en de pup die je krijgt uiterlijk aantrekkelijk vindt: je moet er nog lang tegen aan kijken. Als je je hond gelijk al lief, leuk en mooi vindt, dan krijg je gemakkelijker een goede band met je hond; mensen steken namelijk meer energie in de relatie met een hond die ze leuk en aantrekkelijk vinden.
De meeste fokkers zijn lid van een of meerdere Flatcoat rasverenigingen. Dat betekent doorgaans dat ze zich houden aan de fokreglementen van die vereniging. Lees daarom het fokreglement van de rasvereniging waar je fokker lid van is en vergelijk die met de fokreglementen van de andere rasverenigingen.
Er zijn momenteel drie rasverenigingen voor de Flatcoat.
De FRC (Flatcoated Retriever Club) is de grootste en oudste, en was tot enkele jaren geleden de enige rasvereniging. Dat betekent dat hier heel veel informatie ligt wat betreft gedrag en gezondheid. De veel kleinere NFRV (Nederlandse Flatcoated Retriever Vereniging) werd in 2011 opgericht door fokkers die zich niet konden vinden in het gezondheidsbeleid en bepaalde eisen in het fokreglement van de FRC, zoals bijvoorbeeld het verplicht stellen van een puppytest.
Nog recenter, in 2016, werd een derde rasvereniging, de WFRG (Werkende Flatcoated Retriever Groep) opgericht door afgetreden leden van de jachtcommissie (JC) van de FRC uit onvrede met het beleid voor het behoud van werkeigenschappen bij de FRC. De WFRG legt zich overigens vooralsnog hoofdzakelijk toe op het organiseren van jachtproeven en niet op de fokkerij.
De verschillen in visie tussen de rasverenigingen betekenen niet dat de fokkers of hun honden bij de ene rasvereniging per definitie gezonder, ‘beter’ of ‘heel anders’ zijn dan die van de ander, maar wel dat de informatievoorziening, de georganiseerde activiteiten én de accenten in het fokreglement per rasvereniging kunnen verschillen.
Daarom is het als koper extra belangrijk om vergelijkend warenonderzoek te doen, mondeling verstrekte informatie zoveel mogelijk te verifiëren en -als er door fokkers met beschuldigende vingers wordt gewezen – aan hoor en wederhoor te doen.
Nog wat meer algemene informatie:
Symposium Verwantschap Raad van Beheer
PDF van het boek Het Fokken van Rashonden. Omgaan met verwantschap en inteelt’, van de Raad van Beheer
Samenvatting lezing Pieter Oliehoek: genetische diversiteit.
Verwantschap bij de Flatcoat
Afstamming van Darenth (geb. 1888)
Rasportret Flatcoated Retriever
Flatcoated Retriever, Labrador Retriever, Toller. Ontstaan en achtergrond van hun gedrag.
Achtergrond van het Flatcoatkarakter
It takes two to tango
Bestaat de ideale gezinshond?